Maandag 28 april 2014, aankomst, naar Gecko Campsite

Wat is de beste tijd om aan te komen in een vreemd land, op een onbekend vliegveld? Waarschijnlijk ergens overdag, als je uitgerust bent en er licht is. 's Nachts is minder. Je bent moe, en eenmaal buiten is het donker.

Aankomst op Hosea, Windhoek, was om half 6. Alle vluchten uit Frankfurt komen 's morgens vroeg aan.

Gelukkig stond iemand van Bushlore (‘How do you do, I am Obri’) ons op te wachten.
Eenmaal buiten begon het licht te worden. Obri bracht ons naar een parkeerterrein, en naar een grote witte auto, een bakkie met een metalen doos als lading. (Of: een Toyota Hilux met opbouw van Alu-cab en voorzien van extra-grote brandstoftank en van een watertank.) Die zou ons, zo bleek snel, de komende 28 dagen herbergen.




De instructie en afhandeling door Gavin op het terrein van Bushlore in Windhoek was efficiënt maar snel.
Een uur later (wel na een kop koffie) reden we al weg. Boodschappen bij de Superspar en plannen voor nog wat inkopen. (Een lokaal telefoonkaartje, een vogelgids.) Bij het inladen in de auto ontdekte Hettie dat ze de verkeerde koffer had meegenomen. Plan veranderd: telefoonkaartje en boek laten schieten, terug naar het vliegveld (40 km van Windhoek). Gelukkig was haar koffer er nog - en een onbekende hebben we blij gemaakt door haar of zijn koffer in te leveren.

De Superspar leverde ons nog meer dan het straatbeeld de indruk op dat er naast tamelijk haveloze types ook veel goed geklede en duidelijk van voldoende geld voorziene Namibiërs (zwart en wit) waren. Wel was het personeel zwart en waren de klanten zwart én wit. In Windhoek veel wit, later in Rundu overwegend zwart.

Het was toen al rond twaalven en we reden Windhoek maar voorbij, op weg naar Rehoboth.
Onderweg de eerste en wat Namibië betreft ook de laatste bavianen (baboons).

Bandenspanning
Bushlore adviseerde: 2.5 op verharde wegen, 1.8 op gravel en 1.5 of minder in zand.
Bij de eerste tankbeurt, in Rehoboth, zette de pompbediende de spanning op 2.3 en daarop hielden we het tot volle tevredenheid. Pas in Namutomi, op 6 mei, zagen we enkele honderden kilometers verharde weg in het verschiet en daarom liet ik de spanning op 2.4 zetten. Voldeed prima, ook op enkele stukjes onverharde weg.

De tocht over stoffige onverharde wegen richting Gecko Campsite leerde ons dat alle wegen in Namibië goed worden aangegeven. Wat in Nederland een zanderig achterafweggetje zou zijn, had hier een letter en een nummer. We moesten wennen aan de afstanden, vroegen één keer voor de zekerheid de weg, maar bereikten Gecko Campsite zonder problemen.

Intussen namen we het nieuwe landschap in ons op. Inclusief de bewoners.




De twee gastankjes waren voldoende voor een maand.










Springbokken






Bleeksingvalk (pale chanting goshawk)






Dikpens














Waar die groene stip vandaan komt? Vermoedelijk reflectie.


Gecko Campsite bleek een ideale eerste plek. Een vriendelijke, kleine camping, met voldoende ruimte, schaduw, zwembad en werkende 'ablution', d.i. toiletten, douches en vaatwasbakken. Weinig plekken, dus reserveren aanbevolen en dat geldt ook als je een maaltijd wil.
Goed om bij te komen na een nacht slecht slapen in het vliegtuig. Eerste kennismaking met de enorme sterrenhemel. (Zwemmen onder de sterren!)
Beesten: vervet monkeys tussen Windhoek en Rehoboth, en allerlei voor ons nieuwe vogels, waaronder de mooie secretarisvogel maar ook het duifje dat heel Namibië aanzet tot harder werken. (De Kaapse tortel, koert 'werk harrrder, werk harrrder'. Lijkt erg op onze Turkse tortel.)